Uitgebreidere beschrijving van de opbouw
van een Co-Teachingstraject

Ieder Co-Teachingstraject start met een intake en een eerste observatie. Daarna volgen drie tot zes sessies, waarin de leraar oefent in de klas. Bij elke sessie horen een grondige voorbereiding en nabespreking. Daarnaast vinden er ook een tussen- en eindevaluatie plaats om te bespreken of de gestelde doelen zijn gehaald.

Observatie

In de eerste observatie brengt de Co-Teacher de huidige situatie in kaart. In de bespreking die volgt na afloop van de observatie, helpt de Co-Teacher de leraar een concrete leervraag te formuleren. Eventueel kan ervoor gekozen worden om een drie-gesprek met het MT te houden, om samen tot een leervraag te komen. Deze kan vervolgens vertaald worden in concrete, haalbare en meetbare doelstellingen voor de diverse sessies van het Co-Teachingstraject.

Sessies

Voorbereiden:

Met behulp van een digitaal uitwisselingsdocument, krijgen de voorbereiding en reflectie een plek, zodat de groei van de leraar goed zichtbaar wordt.

Nabespreking:

Meteen na afloop van de les wordt de les besproken, want op dat moment liggen alle cruciale elementen uit de les nog vers in het geheugen. Zo kan er direct teruggeblikt worden op dat wat er heeft plaatsgevonden, in plaats van enkel te benoemen wat de leraar de volgende keer anders kan doen.

Eindgesprek:

Na de laatste sessie wordt de gegeven les nabesproken en wordt ook de leervraag opnieuw met elkaar besproken en geëvalueerd.
Tevens kan deze evaluatie daarna eventueel met directie of IB besproken worden, zodat er goed zicht ontstaat op de vorderingen en dergelijke.